Veilige fabrieken, leefbare lonen en een einde aan repressie tegen kledingarbeiders in Bangladesh. Dat eisten de Schone Kleren Campagne, Franstalige tegenhanger achACT en hun lidorganisaties vandaag voor de ambassade van Bangladesh in Brussel. Soortgelijke acties vonden deze week plaats voor ambassades en consulaten van Bangladesh in Londen, Genève, Madrid, New York, Den Haag en Washington DC in een Internationale week van Solidariteit.

De demonstranten klaagden de hardhandige repressie aan van werknemers die de straat opkwamen voor een hoger loon. De huidige golf van geweld en repressie komt in een tijd van al toegenomen internationale aandacht voor de kledingindustrie in Bangladesh.

Werknemers hebben veilige fabrieken nodig
Sinds november 2018 bestaat er onzekerheid over de toekomst van het Akkoord voor brand- en gebouwveiligheid in Bangladesh. Dankzij het Akkoord is de veiligheid van de kledingfabrieken verbeterd na de instorting van het Rana Plaza-gebouw in 2013, waarbij minstens 1.134 werknemers omkwamen. Maar het werk is nog niet gedaan: de helft van de fabrieken heeft nog geen brandalarm en detectiesystemen en honderden fabrieken hebben nog niet de nodige renovaties uitgevoerd aan de structuur van hun gebouwen. 

Toch wil de regering van Bangladesh het Akkoord liever zien vertrekken, waardoor de veiligheid van de fabrieken opnieuw achteruit zal gaan. De regering van Bangladesh heeft herhaaldelijk verklaard dat haar eigen inspectieprogramma klaar is om het over te nemen en dat het Akkoord alleen tijdelijk mag worden toegestaan​, onder toezicht van de overheid. Verscheidene internationale organisaties, zoals de International Arbeidsorganisatie (IAO), verklaarden echter dat dat programma nog niet in staat is om de fabrieksveiligheid volgens dezelfde normen te inspecteren en te handhaven.

Reeds in november nam het Europees Parlement een resolutie aan waarin het de regering van Bangladesh opriep om dringend iets te doen aan de verslechtering van de mensenrechten. De resolutie roept de regering van Bangladesh op om het werk van het Akkoord voort te zetten na november 2018.

Hongerlonen en geweld
De onveiligheid van de fabrieken is niet het enige probleem in de kledingsector in Bangladesh. In december en januari gingen duizenden werknemers de straat op om te protesteren tegen het nieuwe minimumloon dat vanaf 1 december inging. Dat bedraagt nu 8000 taka of 84 euro per maand en ligt ver onder wat volgens internationale organisaties nodig is om rond te komen in Bangladesh. Bovendien zijn er grote verschillen tussen de loonschalen: sommigen krijgen maar een paar cent meer dan vóór de loonherziening.

De politie pakte de demonstranten hard aan. Daarbij vielen één dode en meer dan 50 gewonden. Fabrieksmanagers ontsloegen 5.948 werknemers voor deelname aan de protesten. Tientallen werknemers, waaronder vakbondsvertegenwoordigers, zijn gearresteerd en worden geconfronteerd met verzonnen aanklachten die kunnen leiden tot lange gevangenisstraffen.

Tijdens deze week van solidariteit met kledingarbeiders in Bangladesh, laten ngo’s, vakbonden en consumentenorgansiaties over de hele wereld zien dat ze geven om de fundamentele rechten van de mensen die onze kleren naaien. Demonstraties vinden plaats in Berlijn, Londen, Genève, Madrid, Newy York, Den Haag en Washington DC. In Milaan, Oslo, Hong Kong, Helsinki, Edinburgh en Stockholm worden brieven overhandigd aan ambassades en consulaten van Bangladesh.

Meer info over de Internationale week van Solidariteit voor de kledingarbeiders in Bangladesh: https://cleanclothes.org/safety/week-of-solidarity