Solidariteitsoproepen

Bangladesh CleanClothes 07 VAD01230 KristofVadino copy

De beslissing over het Bangladesh Akkoord begint op een uitputtingsslag te lijken. De zaak zou normaal voorkomen op 6 december, maar werd verdaagd naar 10 december. Dan wordt beslist of het Bangladesh Akkoord vanuit Bangladesh mag blijven functioneren. De regering van Bangladesh ziet de inspecteurs liever vertrekken. Internationale organisaties, de Europese Commissie, ngo's én kledingmerken zeggen dat de regering er niet klaar voor is om de inspecties over te nemen. 

Het Bangladesh Akkoord is een juridisch bindend akkoord dat kort na de instorting van Rana Plaza ondertekend werd door internationale en lokale vakbonden en 220 kledingbedrijven. Het bevat afspraken over strenge veiligheidsinspecties en renovaties in 1600 fabrieken. In mei 2018, aan het einde van de termijn van het eerste Akkoord, werd een tweede Akkoord ondertekend door 193 bedrijven, waaronder 11 Belgische: Bel-Confect, C & A, Bel & Bo, Euro Shoe Group, Cassis / Paprika, Global Impact, JBC, Jogilo, Tex Alliantie / Crony Tex Sourcing, Van der Erve en Vegotex. 

Dat Akkoord zou gelden tot 2021. Dat is nodig, want terwijl 85% van de 130.000 vastgestelde veiligheidsproblemen inmiddels zijn opgelost, heeft de helft van de fabrieken geen brandbestrijdingsinstallatie en honderden fabrieken (40%) hebben nog niet de nodige renovaties uitgevoerd aan de structuur van hun gebouwen. Het tweede Akkoord moet dus het werk van het eerste afmaken. 

Daar steekt het Hooggerechtshof in Bangladesh nu een stokje voor. Na een klacht van een fabriekseigenaar die niet meer voor de Akkoordmerken  mocht produceren omdat hij documenten vervalst had, vaardigde het Hooggerechtshof een contactverbod uit tegen het Akkoord. Daardoor zou het Akkoord na 30 november 2018 niet meer in Bangladesh kunnen opereren. Dat betekent niet dat het Akkoord ophoudt te bestaan, maar dat de werking ervan veel moeilijker zou worden. Het Akkoord maakte al bekend dat fabrieken die niet aan de veiligheidsvereisten voldoen versneld op een 'zwarte lijst' komen te staan. Eenmaal op deze lijst mag geen enkel Akkoordbedrijf meer zaken doen met de betreffende fabriek. Wanneer het Akkoord gedwongen wordt het land te verlaten riskeren zo'n 500 fabrieken dat de zakelijke relatie met hen zal worden verbroken. 

De afgelopen maanden probeerden verschillende internationale organisaties, de Europese Commissie, ngo's en de Akkoordmerken een gedwongen vertrek af te wenden. Het Akkoord zelf ging uiteraard in beroep tegen de uitspraak van het Hooggerechtshof. De regering van Bangladesh kan een verzoekschrift indienen om de uitspraak van het Hooggerechtshof op te schorten. Het lijkt erop dat ze dat alleen willen doen onder strikte voorwaarden die de werking van het Akkoord zouden schaden. De regering heeft haar kaarten op tafel gelegd. Op 6 december mag het Akkoord hierop reageren. En dan volgt wellicht de uitspraak. Hopelijk zijn de kledingarbeiders in Bangladesh niet (alweer) de klos. 

En de kledingmerken?
De Schone Kleren Campagne roept de merken die het Akkoord ondertekend hebben op hun economische invloed te gebruiken om de druk op de regering te vergroten. Samen kunnen die bedrijven (in totaal 193) hun economische invloed aanwenden door toekomstige orders conditioneel te maken aan een voortgang van het Akkoord tot mei 2021, zoals eerder was afgesproken. Het lijkt nu al duidelijk dat een uitzetting van het Akkoord economische consequenties zal hebben voor Bangladesh. Kledingmerken zouden wel eens voor een productieland kunnen kiezen dat minder in de kijker loopt. 

 

 

skc01