RS956 2013 workwear sweatshop for CZ Transcarpathia Yevgenia Belorusets UkraineLSH 6863

Een nieuw rapport van de internationale Schone Kleren Campagne documenteert de hongerlonen en andere grimmige arbeidsomstandigheden in de kleding- en schoenindustrie in heel Oost- en Zuidoost-Europa. Hoewel ze overuren werken, verdienen veel arbeidsters in Oekraïne bijv. slechts 89€ per maand, terwijl een leefbaar loon het vijfvoudige daarvan zou moeten bedragen. Modemerken als Benetton, Esprit, GEOX, Triumph en Vero Moda zijn klant van deze fabrieken.

Ook Belgische mode- en sportkledingbedrijven laten kleding produceren in Oost- en Zuidoost-Europa. Door het gebrek aan transparantie bij de meeste bedrijven, is het echter moeilijk om te achterhalen om welke bedrijven het gaat en of de bevindingen in het rapport ook voor hen gelden.

Oost- en Zuidoost-Europa worden steeds populairdere productielanden voor schoenen en kleding, vooral voor bestellingen die snel in de winkel moeten liggen. Veel merken lokken zelfs klanten met het 'Made in Europe' label, omdat het suggereert dat de productie in 'eerlijke' omstandigheden gebeurt. In werkelijkheid leven veel van de 1,7 miljoen kledingarbeidsters in armoede, in hachelijke omstandigheden zoals verplichte overuren en almaar grotere schulden. Voor de internationale modemerken zijn landen in Oost- en Zuidoost-Europa een lagelonenparadijs.

“Soms hebben we gewoon niet genoeg om te eten”

Die Europese sweatshops hebben goedkope, maar ervaren en gekwalificeerde werkkrachten. Het maandelijks loon dat door de grotendeels vrouwelijke werknemers wordt verdiend, is meestal maar net voldoende voor het wettelijk maandelijks minimumloon, dat varieert van 89€ in Oekraïne tot 374€ in Slovakije. Een echt leefbaar loon waarmee een gezin zijn basisbehoeften kan betalen, zou ongeveer vier tot vijf maal hoger moeten zijn. In Oekraïne bijvoorbeeld zou dat maandloon circa 438€ moeten bedragen.

De wettelijke minimumlonen in de regio zijn echter lager dan de officiële armoedegrenzen en bestaansminima voor die landen. De gevolgen zijn onmenselijk: “Soms hebben we gewoon niet genoeg om te eten”, vertelde een arbeidster in een kledingfabriek in Oekraïne. Een arbeidster in Hongarije verklaarde: “Onze lonen zijn net voldoende voor het betalen van energie, water en verwarming”. Uit interviews met 110 arbeidsters in zowel schoen- als kledingfabrieken in Hongarije, Servië en Oekraïne bleek dat velen verplicht overuren moeten werken om de productiedoelen te halen. Maar zelfs dan verdienen ze nauwelijks meer dan het wettelijke minimumloon.

“Daar is de deur”

Veel geïnterviewde arbeidsters vertellen over gevaarlijke arbeidsomstandigheden zoals blootstelling aan hitte en giftige chemicaliën, onbetaald en onwettelijk overwerk, en brute behandeling door het management. De arbeidsters voelen zich geïntimideerd en bedreigd met afdanking of overplaatsing. “Als Servische arbeidsters vragen waarom er in het heetst van de zomer geen airconditioning is, waarom de toegang tot drinkwater beperkt wordt, waarom ze weer moeten werken op zaterdag, is het antwoord altijd: 'Daar is de deur'.”

Het is duidelijk dat belangrijke internationale modemerken in grote mate profiteren van dit lagelonensysteem. De fabrieken die in het rapport vermeld worden produceerden voor veel bekende merken, met name onder andere Benetton, Esprit, GEOX, Triumph en Vero Moda.

De Schone Kleren Campagne doet een oproep tot deze merken om te beginnen met het betalen van een leefbaar loon, en om samen te werken met hun leveranciers om de onwettelijke en onmenselijke arbeidsomstandigheden die in dit nieuwe rapport Europa's Sweatshops'  belicht worden, uit te roeien.

©foto Yevgenia Beloruset

skc01